Er zijn diverse schattingen in omloop met betrekking tot de opgave in het kader van wonen en zorg. Grof gezegd zijn er drie soorten wonen met zorg. De eerste is intramuraal (ook wel beschermd wonen genoemd). Deze woonvorm vereist gespecialiseerd vastgoed. De vraag hiernaar zal eerst afnemen, als gevolg van aangescherpte toegangsnormen, en vervolgens weer toenemen onder invloed van de voortschrijdende vergrijzing. Intramuraal wonen laten we hier verder buiten beschouwing, aangezien het zich afspeelt buiten de reguliere woningvoorraad in het domein van de zorg,
Verzorgd wonen
De tweede woonvorm wordt ook wel verzorgd wonen genoemd. Het gaat dan om personen die eigenlijk niet meer zonder zorg in de directe nabijheid kunnen wonen, maar die nog niet zo zwaar zorgbehoevend zijn dat ze in een instelling kunnen / mogen worden opgenomen. Voor deze categorie zijn aangepaste woonvormen nodig, die met het oog op een efficiënte exploitatie het beste kunnen worden geclusterd.
In de quick scan voor de Friese woningmarkt is de additionele behoefte aan verzorgd wonen tot het jaar 2030 geraamd op ongeveer 2.500 personen voor de gehele provincie. Aangenomen mag worden dat dit hier even zo veel woningen voor nodig zijn. Voor de regio Zuidoost zou dit neerkomen op afgerond 650 tot 750 woningen, te realiseren tussen 2015 en 2030.
Bij de zoektocht naar investeringsmogelijkheden voor verzorgd wonen is het van belang om te letten op de geschiktheid van de woning (vanzelfsprekend), de mogelijkheid tot het realiseren van een kritische massa (hoe groot moeten de clusters zijn?) en het (zorg-)voorzieningenniveau in de directe omgeving (hoe belangrijk zijn winkels om de hoek?). Het is minder relevant om te kijken naar de buurten die zullen vergrijzen. Verzorgd wonen is dermate gespecialiseerd dat bewoners wel gedwongen zullen zijn om te verhuizen.
Geschikt wonen
Tot slot zijn er aanpassingen nodig in de reguliere woningvoorraad. Het gaat dan om betrekkelijk kleine aanpassingen, die het mogelijk maken voor mensen met lichamelijke beperkingen om zo lang mogelijk in hun huidige woning te blijven wonen. Het aantal gevallen waarom het gaat neemt tussen 2015 en 2030 in de gehele provincie met ongeveer 10.000 toe. In de regio Zuidoost zou dit neerkomen op 2.850 aan te passen woningen. Dit is slechts beperkt een opgave voor de gemeenten. De vergrijzing zal voor een aanzienlijk deel plaatsvinden in koopwoningen, waarvan de eigenaren in staat moeten worden geacht om de noodzakelijke aanpassingen uit eigen middelen te financieren.
Voorbeeld: Wolvega (zie ook de kaartenset wonen met zorg)
In bijgaande kaarten is relevantie informatie weergegeven voor de kern Wolvega. Uit de combinatie van gegevens is af te leiden dat vooral de oostkant van Wolvega een sterke vergrijzing tegemoet kan zien. Daaronder bevinden zich grote gebieden met particulier woningbezit. De bewoners hiervan behoren niet tot de meest kapitaalkrachtige huishoudens, gerekend naar inkomen, maar de woningvoorraad die zij bewonen is wel betrekkelijk hoog gewaardeerd. De meeste woningen zijn goed aanpasbaar. Mogen we aannemen dat bewoners eventuele aanpassingen aan hun woning hier zelf kunnen opbrengen?
Uit de kaartbeelden is tevens af te leiden dat zich in het noordoosten van Wolvega een zorgvoorziening bevindt in de nabijheid van winkels en in een gebied dat sterk zal vergrijzen. Is dit wellicht een geschikte plek om op zoek te gaan naar een cluster verzorgd wonen? Aanvullende informatie over dit voorbeeld is te vinden in de kaartenset wonen met zorg.